Koning Willem-Alexander heeft nog nooit zo veel lintjes toegekend als dit jaar. Met 3.375 onderscheidingen het hoogste aantal sinds 2012. Het overgrote deel van de gelukkigen is man. Het aandeel vrouwen (35,8 procent) is zelfs iets lager dan in afgelopen jaren. 'Dat moet echt anders', zegt Ank Bijleveld, oud-minister en voorzitter van het Kapittel voor de Civiele Orden, dat de regering over de eerbewijzen adviseert. Twee liberale vrouwen die dit jaar namens de koning zijn gedecoreerd, zijn Lysbeth van Valkenburg en Ritika Mehra.
Bevorderd in graad Stuurgroeplid van het Liberaal Vrouwen Netwerk (LVN) Lysbeth van Valkenburg heeft haar tweede koninklijke onderscheiding ontvangen. Een welverdiende erkenning voor onder meer haar werk als penningmeester van het International Network of Liberal Women (INLW) en als gemeenteraadslid in Driebergen-Rijsenburg en Utrechtse Heuvelrug. Ook voor haar inzet als onder meer secretaris Koninklijke Vereniging van Leden der Nederlandse Ridderorden heeft het Zijne Majesteit de Koning behaagd haar te bevorderen van Lid naar Ridder in de Orde van Oranje Nassau.
De eerste en de jongste
Ritika Mehra is eveneens benoemd tot Ridder. Dit bestuurslid van de Amstelveense VVD kreeg deze onderscheiding voor haar bijdragen als oprichter en voorzitter van de Bridging the Gap foundation, die zich inzet voor de integratie van Indiase expats in Nederland en de onderlinge relaties tussen Indiërs en Nederlanders. Ook is ze vrijwilliger bij stichting Asha, een organisatie die zich inzet voor integratie en participatie in de Utrechtse samenleving. Volgens haar trotse vader is ze hiermee de jongste persoon en het eerste ‘meisje’ van Indiase afkomst dat deze onderscheiding ontvangt.
Werk aan de winkel Deze erkenning is niet alleen geweldig nieuws voor Lysbeth en Ritika, maar het herinnert ons er ook aan dat er nog werk aan de winkel is voor gendergelijkheid. Hoewel vrouwen net zo veel bijdragen aan de samenleving als mannen, krijgen ze minder vaak koninklijke onderscheidingen. Ank Bijleveld: “We zien dat vrouwen hun werk vaak meer als vanzelfsprekend beschouwen. Mannen zijn ook eerder geneigd anderen voor te dragen voor een onderscheiding dan vrouwen. Dus we roepen mannen voor volgend jaar op vooral ook vrouwen voor te dragen.’’